In 2021 werden in een voormalige sportschool aan de Thijmstraat 22 appartementen van de zorgorganisatie Dichterbij opgeleverd voor mensen met een licht verstandelijke of andere beperking. Het is een locatie voor begeleid wonen. De bewoners functioneren zoveel mogelijk zelfstandig en krijgen ondersteuning wanneer ze dat nodig hebben. Een van de bewoners is Wieland Loeffen. Wat houdt begeleid wonen in en hoe ziet het leven van Wieland eruit? Redacteur Marian Huisman vroeg het hem.
In de Thijmstraat betrokken vier jaar geleden de eerste bewoners hun gloednieuwe appartement dat bestaat uit een woonkamer met keukenblok, een slaapkamer en douche/toiletruimte. Er wonen 22 mensen variërend in leeftijd van jongvolwassen tot boven de 60. Overdag zijn er altijd begeleiders aanwezig. In twee ontmoetingsruimtes kun je samen koffie drinken, een praatje maken met medebewoners, een begeleidingsgesprek voeren of een spelletje doen. Samen eten kan, maar hoeft niet. Dat is aan de bewoners zelf. Zomers kun je heerlijk zitten in de binnentuin. Overdag zijn de meeste mensen aan het werk buitenshuis. Bij het zoeken naar de zinvolle dagbesteding worden bewoners geholpen door de begeleiding.
Wieland Loeffen
Ik ben op bezoek bij Wieland Loeffen (26) ─ bewoner van het eerste uur ─ in zijn gezellig ingerichte appartement. Grote afbeeldingen van schilderijen van Rembrandt en Vermeer (het melkmeisje!) en leuke details. Zijn vader en moeder hebben hem flink geholpen er een eigen plek van te maken.
Hij heeft het hier naar zijn zin. Wieland is een beetje op zichzelf, zegt hij, dat vindt hij het fijnst en dat kan ook gewoon. Hij vindt het belangrijk een goede klik te hebben met zijn begeleiders. Zijn ouders wonen vlakbij. Daar is hij ook vaak, omdat hij graag over zijn problemen wil praten, zoals hij zelf zegt.
Ik vraag hem hoe hij tegen het leven aankijkt, wat zijn uitdagingen zijn en hoe hij ervaart dat de wereld tegen hem aankijkt. Wieland heeft een missie: hij wil graag zijn verhaal vertellen en meer bekendheid geven aan mensen die leven met een beperking.
Beperking
Hoe zou je je beperking zelf willen omschrijven? “Ik heb autisme, dyspraxie, dyslexie en een leerachterstand. Heel veel dingen bij elkaar… een kleurrijk persoon”, aldus Wieland. “Ik ben begonnen op een gewone basisschool, daarna ben ik via de St. Maartenschool en Werkenrode naar het ROC gegaan. Het was voor mij moeilijk om mee te komen in het gewone onderwijs en ik loop er tegenaan dat de dingen die ik graag wil doen niet altijd haalbaar zijn omdat je daar speciale diploma’s voor nodig hebt.”
Dagbesteding en ‘projectjes’
Wieland verricht vier dagen per week ondersteunende werkzaamheden op een basisschool in Cuijk, via organisatie Driestroom. Daarnaast heeft hij een heleboel ‘projectjes’ zoals hij ze zelf noemt. Daarbij probeert hij nieuwe uitdagingen aan te gaan of op inspirerende plekken terecht te komen.
Beeldbrengers
Zo heeft hij contact gezocht met Beeldbrengers waar zijn aandacht op werd gevestigd door een poster bij de Plus. In het vorige nummer van Hart van Nijmegen verscheen een artikel over deze organisatie die media maakt voor en door jongeren. Daar werkte Wieland mee aan een reportage over Vinyl en hij zou er graag nog meer willen doen.
Treinen
Wieland houdt heel erg van treinen en hij heeft initiatieven genomen om daarmee aan de slag te gaan. Hij gaat binnenkort hopelijk als leerling-conducteur beginnen bij de Veluwsche Stoomtrein Maatschappij, een grote vrijwilligersorganisatie in Beekbergen.
Wieland heeft ook een training gehad om te kunnen assisteren op station Nijmegen bij in- en uitstappen en via zijn coach/begeleider is hij in contact gekomen met Arriva waar hij gaat proberen een leer/werktraject te volgen.
Plannen
Op de vraag hoe hij op de ideeën komt en waarom hij zoveel onderneemt, zegt hij: “Ik denk dat ik mij een stukje wil bewijzen, laten zien dat ik ook wel wat kan, ook al zeggen mensen soms dat ik dat niet moet doen, of dat het toch niet lukt. Vaak heb je niveau 4 (mbo) nodig en dat kan ik niet, maar dan is er een plek waar ik toch wil zijn en dan zoek ik uit hoe ik daar kan komen. Ik geef nooit op. Ik wil zelf ontdekken of iets kan en ik wil niet dat anderen dat tegen mij zeggen. Ik loop daarbij wel tegen mijn grenzen aan, maar dan heb ik het toch geprobeerd.
Soms lukt iets wel, terwijl anderen zeiden dat ik er maar mee moest stoppen. Zo heb ik mijn rijbewijs gehaald na twee keer op te zijn gegaan. Het was heel zwaar, maar het is toch gelukt.”
De buitenwereld
Als er wordt gevraagd hoe hij denkt dat de buitenwereld tegen hem aankijkt, moet Wieland even nadenken. “Ik denk als een energiek persoon. Ik word wel vaak overschat. Ik kan heel goed praten en dat is een valkuil. Ze denken vaak dat ik meer kan dan mogelijk is. Dat vind ik moeilijk. Aan de buitenkant zie je niks aan mij. Het is niet zo makkelijk om met een beperking je weg te vinden in onze samenleving. Iedereen wordt in een hokje gestopt.”
Boodschap
De boodschap die Wieland mee wil geven is: “Geef nooit op, ga er elke dag voor. Als je een stip achter de horizon hebt, kun je weer door. Wees jezelf, wees uniek, dan ben je een mooi mens.”
Tekst: Marian Huisman
Foto: Joost van Berkel